28/5/24

Politie: een gids voor het Tourette-syndroom

Politie: een gids voor het Tourette-syndroom

Zie je iemand obscene gebaren maken op straat?

Lijkt het alsof iemand iets schreeuwt zonder context?

Vertoont iemand vreemde gezichtsbewegingen?

Dit kunnen allemaal mogelijk tekenen zijn van het Tourette-syndroom. Als politieagent is het belangrijk om deze neurologische aandoening te herkennen en te begrijpen, zodat je adequaat kunt reageren. Tourette is een aandoening die wordt gekenmerkt door motorische en vocale tics. Deze tics zijn plotselinge, zich herhalende, niet-ritmische bewegingen of geluiden. Ze variëren van oogknipperen, hoofdschokken, schouderophalen en geluiden maken zoals snuiven, keelschrapen, hoesten, tot, in zeldzamere gevallen, het uiten van ongepaste woorden of zinnen (coprolalia) of gebaren (copropraxie).

Dit gedrag kan vaak leiden tot misverstanden en zelfs agressieve reacties van omstanders die zich niet bewust zijn van de aandoening. Tics weerspiegelen niet iemands werkelijke gedachten, maar vaak het laatste wat die persoon zou willen doen of zeggen in een bepaalde situatie. Beledigingen, tics gerelateerd aan drugs of wapens en obscene gebaren kunnen daarom juist door de aanwezigheid van de politie worden veroorzaakt. Als politieagent kun je situaties tegenkomen waarin je iemand met Tourette tegenkomt.

Het is essentieel om te weten dat deze tics onvrijwillig zijn en niet bedoeld zijn om aanstoot te geven of te provoceren.

Hier zijn enkele richtlijnen om hiermee het beste om te gaan:

1. Blijf kalm en geduldig: mensen met Tourette kunnen hun tics niet zomaar onderdrukken, en stress of druk kunnen ze verergeren. Kalm blijven helpt de situatie te de-escaleren.

2. Toon begrip en empathie: Laat zien dat u begrijpt dat de persoon een medische aandoening heeft. Dit kan helpen om de persoon en omstanders gerust te stellen.

3. Informeer uw collega's en het publiek: Als de situatie het toelaat, leg dan kort uit dat de persoon Tourette heeft. Dit kan misverstanden voorkomen en de spanning in de situatie verminderen.  

4. Vraag of de persoon hulp nodig heeft: Soms kunnen mensen met Tourettes hulp gebruiken, bijvoorbeeld als ze ernstige tics of een ticaanval hebben. Vraag rustig of je iets kunt doen om te helpen. Vaak gaat het om het informeren van omstanders, het verwijderen van kwetsbare spullen uit de buurt, enzovoort.

5. Vermijd straf of sancties voor tics: Straf iemand niet voor gedrag dat het gevolg is van tics. Dit kan leiden tot meer stress en dus meer tics.

Door je bewust te zijn van Tourette en hoe je daarop moet reageren, kun je als politieagent bijdragen aan een veiligere en meer begripvolle omgeving voor iedereen. Jouw houding en aanpak kunnen een groot verschil maken in hoe deze mensen hun dagelijks leven ervaren.

No items found.